Duurzame aanpassingen voor het landgebruik
Zomerdroogte is een steeds vaker voorkomende mogelijkheid, meldt het NOS. Op het moment wordt er tijdens een hevige winterbui niet gedacht aan maatregelen om water op te slaan om in de droge zomers te gebruiken. In februari moeten de zware trekkers het land op om mest uit te rijden, te ploegen en te zaaien. Om tegen het gewicht van de trekkers bestand te zijn, moet het grondwaterpeil zakken. Wanneer de watervoorraden al een langere tijd leeg staan en de zomerdagen droger en heter worden, wordt de urgentie van dit probleem groter. De oplossing ligt in de winterse vasthouding van het overtollige regenwater. We moeten juist kijken naar de maatregelen waar water in de lucht (hoogte) wordt bewaard, zoals een watertoren. Experts stellen daarnaast ook alternatieve landbouwmethoden voor, zoals de teelt van wintergewassen en het gebruik van lichte, onbemande voertuigen. Duurzame aanpassingen zijn nodig om landgebruik te laten aansluiten op een herstel van de natuurlijke afwatering.
“Water wordt vroeg in het jaar al afgevoerd. Dat zijn we de rest van het jaar kwijt”
De route van een regendruppel
Bij de opleiding Watermanagement ben je actief op zoek naar manieren om regenwater een plek te geven in de buitenomgeving. Je leert om te gaan met regenwater in zowel de natte als droge periodes. Met behulp van berekeningen weet je wat de wateroverschotten en -tekorten zijn. Vervolgens leer je welke route een regendruppel aflegt. Een van de tools waar de studenten mee werken is een bakkenmodel. Op deze manier weet je hoeveel overtollig water afgevoerd moet worden, maar ook hoeveel regenwater er in de zomerperiode verdampt. Op basis van deze kennis kunnen de studenten zichzelf vragen stellen. Naar welke omgeving wordt het overtollige regenwater afgevoerd? Wie of welke gebieden krijgen te maken met het overtollige regenwater? Wie is verantwoordelijk voor het water? En wie mag het water in droge periodes gebruiken? Bij Watermanagement ben jij aan zet om hier de beste oplossingen voor te bedenken.
Rotterdam University of Applied Science
De Razende Reporters